Zeker veertig banken telde Tanger, echter maar drie radiostations.
Alle drie waren het commerciële zenders, plus nog eentje die uitsluitend radioprogramma’s vanuit Amerika naar Midden Europa en de USSR versterkt doorzond.
Waarom je op een dag eerst naar een van die radiostations ging in plaats van naar een bank te stappen, je weet het niet meer.
Waarschijnlijk hoopte je er wat aardige mensen te treffen.
Hello, zei je, en stapte de studio’s van Radio Tanger International binnen.
Na een dergelijke begroeting werd je onmiddellijk in het Engels aangesproken.
I am Maurice, zei een tengere jongen met sluik, gitzwart haart en een beetje weemoedige ogen.
Jullie schudden elkaars hand.
En zis girl iz Marthe, vervolgde hij, wijzend op een even zo ravenzwarte jonge vrouw aan gene zijde van de glazen wand, waar zich de geluidstechnici
over knoppen bogen.
Wat kan ik voor U doen? Onze studio’s zijn niet groot, zoals U ziet, toch vind ik het leuk hier te werken. Ik heb er veel plezier in.
I am French, voegde hij er nog aan toe, spreekt U ook Frans of zullen we maar in het Engels doorgaan?
Zijn ongekunstelde houding sprak je ogenblikkelijk aan.
Wat een leuke begroeting!
Waar kom je vandaan? vervolgde hij, uit Zweden of zo?
Uit Holland, ik heb er voor de televisie gewerkt.
HET LEF.
Je overdosis lef was destijds evenredig aan de terughoudendheid die je in je latere leven zou betrachten.
Je legde hem Joop Geesink uit, en de poppetjes, en het idee erachter.
Hij luisterde aandachtig.
Daar maken we een interview van, zei hij, ga maar zitten.
Hij liet koffie komen en daar zat je dan. Het was allemaal zo onwezenlijk en zo vlug gegaan dat je jezelf nauwelijks de tijd gegund had om echt verbaasd
te zijn.
In grote lijnen hebben jullie toen de dingen doorgepraat.
Morgen gaan we verder, besloot hij opeens, dan zetten we alles op de band.
Toen mijn vrienden, waar ik logeerde, al in Tanger zaten en jij nog in Holland verbleef, hadden ze je te kennen gegeven dat ze een florissante zaak opgebouwd hadden daar, een of andere grote fabriek, maar bij aankomst bleek alles één grote leugen.
Een van hun hersenspinsels.
Pas veel later, toen ik allang weer bij hen weg was, kregen ze eindelijk de zaak van de grond waar ze van gedroomd hadden.
Beiden (broer EN zus) konden trouwens prima met cijfers goochelen en op papier waren het stuk voor stuk zeer winstgevende projecten.
Je hebt er dan ook nooit aan getwijfeld dat ze het, zakelijk gezien, wel redden zouden.
Als je aan het eind van zo’n middag pierewaaien echter weer terugkwam in hun huis, wilden ze altijd graag weten waar je geweest was, wie je gezien of
gesproken had en zo. Maar over je innerlijke bespiegelingen of voornemens vertelde je zo weinig mogelijk, want je voorvoelde al wel toestanden als je zou gaan zitten vertellen dat je van zins was zo kort mogelijk bij hen te blijven.
Want ondanks hun luxueuze onderkomen wilde ik toch liever zo gauw mogelijk op eigen benen staan.
De volgende dag ging je dus terug naar de radio, zonder Beth en haar broer van een en ander op de hoogte gebracht te hebben.
Het waren de dagen die hierop volgden die het verdere verloop van wat komen ging zouden gaan bepalen..
Eerst was er het interview, waaraan Maurice en jij, allebei, het grootste plezier beleefden.
No, my destination is not Tangier, but New York! flapte je er ineens uit, middenin de opname, ik ben slechts op doorreis hier.
Hij hield deze zin er in en vroeg je, terwijl de tranen je over de wangen biggelden:
Mag ik dan met je mee?
en overlaadde je beide handen met kussen.
De tweede dag werd het vraaggesprek uitgezonden, zelf zaten jullie in de studio ernaar te luisteren.
Ga je mee een glas wijn drinken bij mij thuis, stelde hij voor, na afloop.
Dat deed je maar al te graag, want je vond hem met de minuut leuker.
En ineens, in een flits, terwijl jullie naar zijn appartement liepen, drong het tot je door dat je met je ‘logeervrienden’ niet één keertje zó gelachen had.
Maurice woonde in een studio, met belendende badkamer, compleet met bidet, zoals dat in het buitenland gebruikelijk is.
Je vraag of hij vrijgezel was beantwoordde hij met een kort: Ik ben getrouwd geweest, dat wel.
Je insisteerde maar niet verder en we dronken wat.
Ondanks zijn weemoedige blik was hij een van de geestigste jongens die je tot dan toe ontmoet had.
Zonder ophouden haalde hij fratsen uit, met een gebaar of mimiek de dingen onderstrepend die hij zei, maar op zo’n manier dat je er steeds weer om moest lachen.
Eenmaal samen in bed, ontpopte hij zich echter als een heel tedere minnaar, vol lieve, kleine attentie’s.
Maar TOEN!
Je zat op de bidet en ineens was de watertoevoer afgesloten.
Er is geen water meer! probeerde je, wanhopig gebarend.
O, daar wen je wel aan, zei hij, eerst nog heel flegmatisch, dat gebeurt om de haverklap hier.
Wat!!! riep je, terwijl je hart zowat oversloeg van verontwaardiging, en hoe moet ik me dan wassen, asjeblieft?
- Nooit heb ik een jongen zo snel een bed uit zien springen!
Een onderbroek zien aantrekken en een deur zien openrukken.
Voor jouw gevoel liet hij zich zowat de trap afrollen.
Toen hoorde je niets meer en was het stil.
Omdat je nog steeds op die bidet zat, besloot je maar weer terug naar bed te gaan, toen hij ineens weer voor je neus stond, met in zijn armen drie flessen Perrier.
- Kom dan kom dan! riep hij gehaast, terwijl hij de stop in de bidet deed. Toen goot hij de inhoud van de drie flessen erin. Hij kwam naar het bed toelopen, tilde je op en droeg je erheen.
En begon je met zorg te wassen.
- Anders komt er ellende van, mompelde hij, en dat kunnen we niet gebruiken, wel?/p>
Je VALT voor mensen met gevoel voor humor, maar iemand die tegelijkertijd ook nog eens lief en zorgzaam is, was voor jou een wel heel bijzondere gewaarwording.
Hoe het mogelijk is geweest dat mijn vrienden van deze hele liefdesaffaire nooit iets geweten hebben mag, achteraf gezien, ’n klein wondertje genoemd worden. Of wellicht deden ze of hun neus bloedde, met mensen is alles mogelijk.
De keer daarop vertelde je hem van Beth en haar broer.
- Ik had al zoiets gehoord, zei Maurice heel terloops. Tanger is een kleine gemeenschap weet je.
Vreselijk vond je dat.
Weer schaamde je je dood.
Vroeger, in Nederland, had je je geschaamd voor je broer, voor zijn gedrag gedurende de oorlog, voor zijn gebral in diverse kroegen, voor zijn grote bek.
Hier en nu schaamde je je voor de opschepperigheid van Beth en haar broer.
Want buiten hun schitterende huurvilla, en eveneens ongecontroleerde drankgebruik, was er verder niks..
Wat zijn er toch een boel dingen die ons geluk in de weg staan.
EN HET HUIST ALLEMAAL IN ONS EIGEN HOOFD.
© Marie-José VAN DEN HOUT
|