Bijgewerkt
1 Oktober 2009
Het mannetje in de maan

GROOTGEBRACHT IN DE SCHADUW VAN EEN REUS.
Eigenlijk had je nog maar nauwelijks een stap voorwaarts gezet, of daar stond je al in de volle zon. Letterlijk en figuurlijk.
Vier jaar lang heb je je in dewarmte ervan gekoesterd.
Warmte die je broodnodig had om zelf te kunnen uitgroeien tot een volwaardig mens.
Je gaf en je nam.
Je absorbeerde en weerkaatste.
Je groeiproces was een feit geworden.

Echter, zoals jij naar Nederland verlangde was niet normaal meer te noemen.
Je had net Baudelaire ontdekt en diens prachtige, door een verblijf in Nederland geïnspireerde gedicht:
‘Mon enfant, ma soeur
Songe à la douceur
D’aller là-bas, vivre ensemble!
Aimer à l’oisir
Aimer et mourir
Au pays qui te ressemble’

‘Mijn kind, mijn zuster
Denk aan de verrukking
Daarheen te gaan, er samen te leven!
Op ons gemak lief te hebben
Lief te hebben en te sterven
In het land dat op jou lijkt!’

Her en der staken allerlei vertakkingen van de Onafhankelijkheidsbeweging l’Istiqlal de kop op, want Marokko was nog steeds een protectorat français en in heel het land was dan ook geleidelijk aan een nogal grimmige sfeer ontstaan.
Zelfs het internationaal georiënteerde Tanger ontkwam daar niet helemaal aan.
Al in 1953 was de sultan door de Fransen afgezet en verbannen, omdat hij steeds vaker geweigerd had bepaalde maatregelen te bekrachtigen.
Als jij ’s-ochtends, na Marthe, jullie flatje verliet, flitste het weleens door je heen dat het toch te gek zou zijn op zo’n stralende dag bijvoorbeeld een kogel door je kop te krijgen, enkel en alleen omdat je nou toevallig op een FRANSE bank werkte, maar dan schudde je zo’n gedachte maar weer vlug van je af.
Dergelijke dingen gebeurden natuurlijk wel. Iemand die ineens paf paf neergeschoten werd. Zelfs in Tanger, toch een internationale vrijhaven met een heel aparte status, nam de politieke spanning toe.
Hoewel je je dus elke ochtend alleen, te voet, naar de bank begaf, stond de Franse directeur erop jou aan het eind van de dag, bij het weer naar huis gaan, tot aan de ingang van het flatgebouw waar je woonde, te begeleiden. Hij liep dan vlak vóór je uit, een stengun stevig omklemd in de aanslag, jij achter hem aan.
Omdat hij kleiner was dan jij, stak je meer dan een hoofd boven hem uit. Dus echt beschermd voelde je je niet, maar het gebaar ontroerde je, omdat het toch iets ridderlijks had.
Op een ochtend kwam jullie Fatima uiterst opgewonden en druk gebarend binnen.
Je was alleen thuis, maar ondanks het feit dat je aandachtig luisterde naar wat ze je te vertellen had begreep je na een half uur nog steeds niet waar ze het over had.
Ze wees veel naar boven en tot tweemaal toe hoorde je haar de naam van Sidi Mohammmed ben Youssef uitspreken.
- Uw sultan is ziek? probeerde je.
Neen.
- Uw sultan is dood?
Neen.
- Uw sultan is terug?
- La lune, la lune, gebaarde ze met handen en voeten plus wat Franse woorden. De maan. De maan. De maan.
Jij nu:
- Uw sultan heeft, na een verrukkelijke wandeling langs het strand in Scheveningen, een paar fikse borrels achterovergeslagen, daarna kokhalzend aan een straatkarretje drie haringen door zijn illustere keelgat laten glijden, zich vervolgens vermaakt in een botsautootje op de kermis van het Malieveld en is uiteindelijk in de Papestraat pardoes een prachtige, jonge meid tegen het lijf gelopen ...
Je hád het niet meer en gaf het dan ook maar op.

Later op de dag kreeg je uiteindelijk wat uitleg. Iedereen in den lande had het gezien, behalve jij.
Het was volle maan en de sultant was erin te zien geweest.
Dat was een goed voorteken, vonden de moslims.
Franseb hebben daar heel andere ideeën over, die vinden de maan nog bedrieglijker dan een vrouw. Fransen beweren dat de maan liegt. Als voorbeeld noemen zij de wassende en de afnemende maan.
Bij wassende maan geeft zij nl. het teken van de D aan, de D van décroître = afnemen.
Hetzelfde geldt bij het laatste kwartier, ook hier weer het tegenovergestelde van wat zij aangeeft, want dan geeft de maan het teken C van Croître = wassen, aan!
Echter, over de volle en de nieuwe maan hebben ze zich bij mijn weten nooit uitgesproken.
Hoe dan ook, een jaar later, in 1955, keerde de sultan, tot grote vreugde van de moslim-bevolking, inderdaad naar Marokko terug en in Maart 1956 werd het land onafhankelijk verklaard.
In 1957 werd Marokko zelfs een Koninkrijk onder dezelfde sultan, die iedereen in de maan gezien had, behalve jij dan.
Maar dat alles heb je niet meer mogen meemaken, want op 22 februari 1956 keerde je Tanger definitief de rug toe.

Dezelde dag waarop Paul Léautaud in de Vallée-aux-Loups, vlakbij Parijs, de laatste adem uitblaast.
Hij is dan 84, jij nog niet eens dertig!
Ook dat staat niet in de Koran.

© Marie-José VAN DEN HOUT

Free counter and web stats