Het verhaal deed de ronde dat mijn vader, onder de vloer van ons huis in ’s-Hertogenbosch, in een ouwe, paarse sok, een schat begraven had.
Naarmate de jaren verstreken, staken deze geruchten steeds hardnekkiger de kop op. Mijn oudste broertje heeft zich er nog mee bemoeid, op zijn manier dan, heel opzichtig en onhandig.
Vroeg aan mijn stiefmoeder: Is dat waar, van die schat.
Nee, zei ze, gut nee, wat een kletspraat.
We hebben er dus nooit iets van gezien, mijn broers en ik.
Toen ik meerderjarig werd, kreeg ik mijn deel van vader’s erfenis en dat was dat..
En tot mijn een en twintigste ontving een tante van me, in Voorburg, waar de Voogdijraad me ondergebracht had, een aardige toelage.
Ze had overigens geen kind aan me, hetgeen iedereen hooglijk verbaasde, aangezien ik tegen de stief zo opstandig deed en niet te hanteren was door haar.
Zo tapdanste ik op de antieke, eiken salontafel tot de splinters eraf vlogen en eiste een telefoon in mijn studeerkamer.
Op het meisjespensionaat, waar ze me toen heengestuurd heeft, is ze me niet één keertje komen opzoeken en de “mère supérieure heeft zich er persoonlijk mee moeten bemoeien om me in de vakantie naar huis te laten komen, waar ze me niet hebben wilde.
Het lag in de bedoeling dat ik, net als mijn broers, naar een HBS zou gaan. Maar de stiefmoeder zei: Doe eerst maar eens de MULO, dan zien we wel verder!
Wat ze zelf voor opleiding genoten had, geen idee. Volgens mij had ze nog niet eens haar twee zwemdiploma’s!
De dag dat ik er lucht van kreeg dat ze me na mijn eindexamen opnieuw kwijt wilde en me in een nog duurder en nog strenger meisjespensionaat wilde opbergen, dit maal in Zwitserland, lekker ver weg, nam ik voor de zoveelste keer de kuierlatten, weer naar Den Haag, weer naar mijn broertje.
Eenmaal in Voorburg, bij tante, heb ik daar in een mum van tijd mijn diploma’s typen en steno in de vier moderne talen gehaald, want een talenknobbel had ik wel.
Bovendien wilde ik maar één ding: Zo gauw mogelijk zelfstandig worden en op eigen benen staan.
De dag waarop ik meerderjarig werd, heb ik tante dan ook vriendelijk doch beslist vaarwel gezegd om in mijn geliefde Den Haag te gaan wonen.
Bij haar heb ik geleerd dat je met minder geld ook gelukkig kunt zijn.
© Marie-José VAN DEN HOUT
|