- Hoe gaat het me je? schreef Annelies, je broers tweede vrouw, en de moed zonk je in de schoenen.Je wilde helemaal niet meer aan Nederland herinnerd worden! Een paar details, en prompt kreeg je weer heimwee. Opeen liep je weer over de Laan van Meerdervoort. Dit keer was het winter en zette een vuurrode, ondergaande zon, de vele rijen bomen en huizen langszij in lichtelaaie.Van alle drie je schoonzusjes was het Annelies met wie je ongetwijfeld het beste overweg kon. Toch had je niet met haar over Beth gerept. Ook van de werkelijke reden waarom je naar Tanger was gegaan, wist eigenlijk niemand iets. Dat besef had je zelf nauwelijks. Bovendien had ze zo haar eigen problemen. Toen je nog in Nederland woonde, had Annelies haar heil vaak bij jou gezocht, want je broer en zij vochten soms op leven en dood. Leven met elkaar konden ze niet, zonder elkaar echter ook niet. Je wist dat een huwelijk Annelies een zekere vorm van rust zou geven, dus had je, vóór je vertrek naar Tanger, nog een gesprek met je broer gehad. Uit haar brief begreep je nu dat ze inmiddels getrouwd waren, waar je vooral blij om was voor haar. Vermoedelijk was ze je broer’s eerste hartstochtelijke liefde, want hun hele huwelijk lang zijn ze als kat en hond tekeer gegaan. Zelf was je gevoelsmatig echter op weg naar zoveel andere dingen dat je absoluut niet wist hoe je haar jouw leven uit moest leggen en dus schreef je een beleefde, maar nogal afstandelijke brief terug. De groeten, dacht je, zoeken jullie het maar lekker zelf uit, je vroegere rol was uitgespeeld. Ondertussen woonde je nog steeds bij Beth en haar broer, een allesbehalve benijdenswaardige situatie en alleen de spaarzame-nu-en-dan-uurtjes met Maurice hielden je op de been. Er was altijd geldgebrek en ze zaten diep in de schulden.Toch bewoonden ze nog steeds de statige villa.
Om en bij de radio was je vriendschap met Maurice niet bepaald onopgemerkt gebleven. Er was echter EEN persoon die meer dan een gewone belangstelling voor je aan de dag legde, en dat was de jonge vrouw met het gitzwarte haar.
- Die Marthe toch, zei Maurice na verloop van tijd, er gaat geen dag voorbij of ze vraagt naar je, ik word er stapelgek van, want toevallig werken we ook nog samen, op de radio. Naderhand heeft Marthe je uitgelegd hoe de dingen voor haar in elkaar staken.
- Toen ik je die allereerste keer zag, vertelde ze bij die gelegenheid, was het alsof ik door de bliksem getroffen werd. Zoiets had ik nog nooit eerder meegemaakt. Ik was er zo van ondersteboven, dat ik er dag en nacht over aan het piekeren was. En ik moest wel tot de conclusie komen dat ik me op een heel speciale manier tot je aangetrokken voelde. Dat vond ik echter nog gekker, want je bent een vrouw, rara hoe kan dat nou. Je weet nog heel goed wat je dacht, na dit betoog van Marthe.
Je dacht: HOE IS HET MOGELIJK. Niet meer en niet minder.
Maar Marthe maakte een gebaar dat grote indruk op je maakte: Op een uiterst charmante manier overhandigde ze je de sleutel van haar appartement met de woorden: - Hier! als je eens rustig tot jezelf wilt komen, of alleen wilt zijn.. ik ben er toch bijna nooit, overdag. Als een waar Godsgeschenk, zo moet je deze geste ervaren hebben, want voor je het zelf goed en wel besefte, had je de sleutel al in je zak gestoken. Je had er een gewoonte van gemaakt op de vele wandelingen een plaid over je schouders te slaan. Want naar gelang de omstandigheden had je het afwisselend warm en koud.
Omdat Tanger op een Noordelijke punt ligt, niet ver van de Atlantische Oceaan bovendien, staat er altijd een fris briesje, wat zomers erg aangenaam is. Maar gedurende de andere maanden, als je er niet opverdacht was en je liep door allerlei schaduwrijke smalle straatjes, waar nauwelijks zon komt, kon je al gauw een lichte lontontsteking oplopen.Trouwens, in zo’n veelkleurig en gemengd straatbeeld, met al die Oosterse kledij, viel zoiets nauwelijks op. DACHT IK. Maurice zei er bijvoorbeeld nooit iets over Maar Marthe intrigeerde het in hoge mate, vertelde ze je later. Een jonge vrouw die door de straten van Tanger banjerde met een geruite plaid over haar schouders moest toch wel iets heel bijzonders zijn!Ze had zich dan ook veel moeite getroost met je in contact te komen, want Maurice hield de boot voortdurend af. Ongeveer twee maanden na je eerste bezoek aan de radio was het dan toch eindelijk zover en kwam ze ineens de studio binnenwandelen, waar Maurice en jij vrolijk zaten te keuvelen. Maurice deed nogal verstoord toen ze binnen kwam, maar Marthe trok zich daar absoluut niets van aan.
- Bonjour, zei ze, comment ça va? En stak haar hand uit.
- Très bien, antwoordde je nog wat aarzelend, want sinds de nonnen was er bij jou geen woord Frans meer over je lippen gekomen.
En Maurice en jij spraken bij voortduring Engels.
De sfeer in de studio was nu om te snijden, maar Marthe deed of haar neus bloedde want, zich dapper tot jou wendend, vroeg ze:
- Als ik klaar ben met mijn werk hier, zullen we dan ergens een kahwa gaan drinken, SAMEN?
- Een WAT? riep je verbaasd.
- Ze bedoelt een kop koffie, legde Maurice uit. Kahwa komt van kaheja, en betekent: van de slaap afhouden. Sort of. Vandaar.
Zijn gezicht stond op half zeven.
- O, zei je, en in het Engels: - Dat lijkt me een nice idea.
Ondertussen zag je hoe Maurice zijn uiterste best deed niet kleinzielig te lijken.
Eenmaal met Marthe op een terrasje gezeten, overhandigde ze je haar huissleutel.
Het was DAT gebaar dat je nimmer vergeten zou!
© Marie-José VAN DEN HOUT
|