Bijgewerkt
1 Oktober 2009
02_doorknooprok.png, 6,4kB

- U heeft toch zeker wel gymnasium, informeerde de directeur voor alle zekerheid, de volgende keer dat jullie elkaar zagen.
Hij sprak een beetje zangerig. Omdat hij uit Toulouse kwam, naar later bleek.
- Niet alleen dat, ik heb ook nog twee zwemdiploma’s, neuriede je terug, want je komt zelf uit ‘s-Hertogenbosch en daar weten ze toch waarlijk ook wel wat zingen is.

Niet voor niets staat daar Neêrland’s mooiste kathedraal. Op feest- en hoogtijdagen is het er goed toeven.
De directeur was een tenger, nerveus, nogal onopvallend mannetje, met zwarte haartjes op zijn handen, waar je vaak gefascineerd naar keek.
Fransen hebben het soort vlugge intelligentie dat je aanspreekt, dat wel, met één oogopslag hebben ze een situatie door.
Ook hun hang naar stijl vind je prettig, alsmede hun waardering voor DE VROUW.
En je bewondert hun historisch besef.
Hun gevoel voor humor echter vond je van een vaak twijfelachtig allooi. Dubbelzinnige woordspelingen zijn aan de orde van de dag en zolang je het Frans niet volkomen onder de knie hebt, kun je er noch om lachen noch aan meedoen en blijf je een buitenstaander.
Natuurlijk zijn er op de wereld ook Fransen met een meer verfijnde smaak, maar daar behoorde deze directeur beslist niet toe, dat had JIJ met één oogopslag al wel in de gaten!
Zwemdiploma’s, galmde hij, vanaf de preekstoel, en de hoge gewelven en gebrandschilderde ramen van de St. Jan echode zijn stem terug, daar heeft U hier toch niks aan, Mademoiselle! Want ondanks het feit dat Marthe en jij allebei gescheiden waren (Marthe had zelfs al een zoon) bleef hij jou stug Mademoiselle noemen. Het was Mademoiselle voor en Mademoiselle na, hij leek er nooit genoeg van te kunnen krijgen.

DIE VERVLOEKTE HEIMWEE!
Op de meest ongelegen momenten stak het de kop op.
Je was in Tanger en moest leren leven met deze cultuur, de Islam.
Hier werd vijfmaal per dag van de Minaret gezongen: Allâh al akbar! Aschhadn anna lâ ilâha ill :
Allah is de Hoogste. Er is geen andere God dan Allah!
Aschhadn anna Muhammedar rassulu íllâh:
Ik betuig hiermee dat Mohamed de enige afgezant is van God.
Geen cent te makken en met heimwee in je donder.
En terug was je tussen de ratelende rekenmachientjes.

*En waar ik woon
heb ik geen naam
heb ik geen stem
HEIMWEE
de emigrant spreekt
er nooit over
en het vergezelt ‘m voortdurend
het is geen heimwee naar vaderland en geboortegrond
het is het heimwee naar datgene
waarvan hij
zich nooit meer zal kunnen losmaken
een LICHTVAL
een GLINSTERENDE STRAATSTEEN
een LIED* ..



Maar naarmate de tijd verstreek en je in je rol groeide, ontstond er zowaar en zeker begrip en al spoedig bekleedde je een vertrouwenspositie. Vooral toen een concurrerende bank je een beter aanbod deed dat je weigerde, kon je geen kwaad meer doen.
Op een dag kwam je met de volgende slogan op de proppen:
Make your dollars grow with Tangier dough!
De directeur vond dat zo leuk, dat-ie ‘m onmiddellijk opnam in z’n wervingsfolder voor Amerikaanse klanten.
Ik had ‘m gewoon ergens opgevangen.
Marthe en jij waren nu een soort twee-eenheid geworden.
In het begin deed zij de ochtenduren, s-middags kwam jij.
Maar je Frans ging zo snel vooruit, dat je het al snel alleen af kon.
Voordat je op de bank was gaan werken, had je maar een enkel keertje gebruik gemaakt van Marthe’s studio aanbod en nu had het weinig zin meer. Dacht je. Je bood haar aan de sleutel terug te geven, maar daar wilde ze niets van weten. Op zekere middag was ze zomaar ineens vrij en kwam je bij de bank ophalen. Iemand was met vakantie of zo, vandaar de roosterverschuivingen, legde ze uit. In ieder geval stelde ze voor bij haar thuis thee te gaan drinken. Jullie hadden trouwens heel wat af te praten, jij over de bank, zij over de radio. Dit herhaalde zich een paar maal, zij het met wisselende tussenpozen, kennelijk wist ook zij niet precies wanneer ze vrij was.
Beth maakte nu geen scènes meer. Met haar broer was ze overigens druk doende een zaak op te zetten, zodat ze net zo uithuizig was als jij. Jouw toenemende zelfstandigheid sloeg ze echter met lede ogen gade. Toen je weer eens bij Marthe op bezoek was, kwam ze langs.
Zoals je wel vaker gedaan had, had je ook die middag je rok losgeknoopt en over de bovenkant van een openstaande deur gehangen. Het was een strakke, blauwe, kamgaren rok waarvan de diagonaal, van boven naar beneden lopende knoopsgaten, stuk voor stuk met de hand vervaardigd waren. Marthe noemde het mijn jupe putain oftewel hoerenrok.
Je vond dit een nogal luchthartige benaming voor zo’n dure rok, want ook deze kwam uit de Haagse Hoogstraat.
Zoniet Marthe.
Marthe kwam uit de bakermat van de Westeuropese beschaving, de wieg van de Franse cultuur, het glooiende Bourgondië. Net als Colette, de schrijfster. Ze wist niet wat heimwee was en van de Haagse Hoogstraat had ze nog nooit gehoord. Toen ze die, jaren nadien, eens met jou bezocht, leek ze nogal ontgoocheld. Jouw lyrische ontboezemingen hadden de werkelijkheid ver overtroffen.
Toen Marthe door het kijkgaatje gegluurd had, kwam ze naar de kamer terug en zei, met iets van gekunstelde onverschilligheid:
Het is Beth die voor de deur staat, volgens mij heeft ze een verband om haar hoofd!
Met één sprong was je overeind om haar open te doen.
Toen Beth je zo zag staan, zonder rok en half in je naakie, zette ze het op een gillen.
Het duurde even voor je begreep waarom.
Maar Beth, stamelde je, als ik iets had willen verbergen, zou ik het wel anders aanpakken, TOCH?

Niets hielp. Volkomen over haar toeren sleurde je haar naar binnen, want overal in het portiek gingen deuren open en dicht. Je vond het een aanfluiting van je intelligentie en een afgang tegenover de buitenwereld.
Als je niet inbindt, ga ik niet meer met je naar huis terug, riep je woedend.

Dat hielp, ze kalmeerde ter plekke.
Dit dreinen.
Dit dwingen.
Een goedkope B-film.

Het duurde een hele poos voor het tot je doordrong wat er eigenlijk gebeurd was. Twee Arabieren, een oudere en een jonge, vertelde Beth, hadden haar met een stok op haar hoofd geslagen. Waarom, wilde je weten, waar, wanneer? Met het bleef allemaal erg duister en begrijpen kon je het niet. Na een poos probeerde je het ook niet meer. Ze had verschillende hechtingen in haar schedel, die in het ziekenhuis aangebracht waren. Jullie dronken muntthee.
Deze rol die je opgedrongen werd en die je absoluut niet ambieerde.
En als we ‘ns naar huis gingen, opperde je, toen ook jij een beetje tot jezelf gekomen was. Maar jouw zinsnede miste elke overtuiging. Toch sloeg hij aan. Marthe belde een taxi en weg waren jullie. Je gaat toch niet bij ons vandaan? smeekte Beth, toen jullie voor de villa stonden en de taxi nog niet afgerekend was. Even voelde je een aarzeling in je opkomen.
Stap nou maar uit, antwoordde je korzelig, en overhandigde de Arabische jongen achter het stuur zijn geld.

Zachtjes gaf je haar een duwtje in de rug.
Dit moment.
Was dit niet net een beschadigde, oude zwart-wit film. Teveel gedraaid en met haperende beelden. En terwijl je, ogenschijnlijk kalm en vol goede moed, naar binnen stapte, voelde je op de plaats waar eens je vrolijke hart gezeten had, een zware, steenkoude, massieve klomp ijs. Toen brak de film.

© Marie-José VAN DEN HOUT

Free counter and web stats